zaterdag 22 mei 2010

Pinokkio




Een eigenaardig rumoer van knarsende wielen en klinkende belletjes, van menschenstemmen en dierengeluiden, maakte plotseling een einde aan de overpeinzingen van den marionet. In de bocht van de straat verscheen een enorm groote wagen, getrokken door drie krachtige muilezels en daarachter kwam een lange stoet van mannen en vrouwen in zonderlingste kleederdrachten, sommigen te voet of te paard, anderen zittend of liggend op wagens; de een al grooter en zwaarder dan de ander. De stoet werd besloten door twee Mooren, op sneeuwwitte paarden met een tulband op: hun lans was in rust, hun schild hielden ze tegen hun borst. Pinokkio stond met wijdopen mond dat schouwspel aan te zien, zóó stokstijf, dat hij wel van hout leek. Pas toen de Mooren voorbij waren, bedacht hij dat hij beenen had, die hem achter den stoet mee lieten hollen, alsof hij er met een touwtje aan vast zat.

Geen opmerkingen: